Japanse walvisvaarders hebben de jaarlijkse jacht op de grote zeezoogdieren voorlopig opgeschort omdat ze worden lastiggevallen door dierenbeschermers. Ze overwegen de missie vervroegd te staken, zei een medewerker van het Japanse visserijagentschap woensdag.

,,Het fabrieksschip Nisshun Maru heeft de activiteiten stilgelegd sinds 10 februari om de veiligheid van de bemanning te garanderen'', zei een functionaris.

De harpoenschepen van de Japanse walvisvaarders worden al maanden belemmerd door bootjes van de organisatie Sea Shepherd Conservation Society. Activisten van deze Amerikaanse actiegroep proberen op hardhandige wijze te voorkomen dat de jagers de walvissen harpoeneren en aan boord takelen.

De Japanse walvisjacht is omstreden. Japan doodt jaarlijks honderden walvissen, onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. De jacht voor dit doel is toegestaan door een uitzondering bij een internationale afspraak uit 1986. De Japanse overheid heeft de praktijk bovendien lang verdedigd als onderdeel van de Japanse cultuur.

Maar dierenbeschermers en de regeringen van het nabijgelegen Australië en Nieuw-Zeeland vinden de jacht gruwelijk en onnodig. Milieugroep Greenpeace stelde al eerder dat de zwaar gesubsidieerde walvisjacht een verspilling is van het geld van Japanse belastingbetalers.

De voorraad aan walvisvlees is bovendien veel groter dan de vraag in Japan, waar het dieet en culinaire voorkeuren zijn veranderd in de laatste jaren. Een medewerker van Greenpeace zegt dat de walvisvaarders dit jaar vroeger thuiskomen, vooral omdat de voorraadschuren al zo vol zijn. ,,Ze geven de acties van de Sea Shepherd als reden, maar het overschot aan walvisvlees is de echte oorzaak.'' (ANP/AFP)
Bron: Algemeen Dagblad

Â